Merels en bootvluchtelingen: wat hebben ze met elkaar te maken? Naarmate de wereld groter wordt, raakt ons hart benauwder. Maar wordt de wereld kleiner, dan is er een medicijn: verwondering.

Een bootramp die niet eerder voorkwam. In zee drijven dode kinderen. Een donker meisje met een rood rokje aan. Iedereen spreekt er schande van. Open de poort van Europa, wordt er geroepen. Openen we dan ook onze voordeur? Want hier leven ze op straat en vinden velen niet het nieuwe thuis waar ze op hoopten.

Honger
De wereld staat in brand; er is zoveel geweld en overal wordt er geroepen om gerechtigheid. Als je nog niet angstig was aangelegd, zou je het er vanzelf benauwd van krijgen. Hier in mijn achtertuin wordt ook geschreeuwd; het zijn drie jonge merels die een groot gedeelte van de dag honger hebben. Hun moeder vliegt af en aan. Als ik op een trappetje ga staan, kan ik precies in het nestje kijken. Ik kan er geen genoeg van krijgen. Want als al dat grote ons overspoelt, hebben we het kleine dat ons doet verwonderen nodig.

Kwetsbaarheid
Hoor, daar schreeuwen de merels weer! En ze krijgen te eten. En zo heeft ook onze hongerige ziel voedsel nodig. Verwonderd leven, middenin de chaos. Hoe houden we het anders vol? Wanneer je het kleine verwelkomt in je leven, komt ook opeens de kwetsbaarheid van mensen in je naaste omgeving dichtbij. Voor dat meisje in dat rode rokje is het te laat, maar hoe behandel ik die oude eenzame vrouw op de hoek? Die jonge illegaal die al wees is vanaf zijn geboorte? Die vrouw op het schoolplein of op je werk die nergens aansluiting vindt?

Wat te delen?
Open de poort van Europa? Ja, onze rijkdom is niet voor onszelf. Maar meer nog: open je hart voor verwondering. Wat heeft het voor zin om de poorten van Europa openen, wanneer we niets anders te delen hebben dan onze eigen angst? Ze zijn nu stil, de drieling in het nest. Hun moeder heeft een plekje hoog op een lantaarnpaal gevonden. Op zoek naar nieuw voedsel…